Achter een heuvel op het platteland van de Périgord ligt Puyferrat verborgen. Het is een monument, waar u tegen gunstige prijzen het hele jaar kunt overnachten. Het kasteel heeft een ‘chemin ronde’ die al in 1500 diende om de omgeving nauwlettend in de gaten te houden. Net als toen springt de elfde-eeuwse benedictijner abdij direct in het oog, evenals het schitterende dal van de Isle. Reeën, wilde zwijnen en vogels bevolken het bosrijke park van wel honderd hectare. Een visvijver en een beek maken het plaatje compleet: hier is sinds de renaissance bijzonder weinig veranderd. In de grote kamers gingen de families Talleyrand, Belcier, d’Alloigny, Mèridieu en La Porte u voor. Aan die laatste naam kleeft een trieste geschiedenis: op een noodlottige winterdag in 1792 moet Pierre La Porte de Puyferrat zijn kasteel verlaten vanwege de godsdienstoorlog die de streek teistert. Na een laatste blik op de verwoeste abdij van Vauclair gaat hij per rijtuig naar Bordeaux, alwaar hij inscheept voor Martinique. Nooit ziet hij zijn bezit weer. Zijn naam leeft echter voort op dit uitgelezen plekje in het groen, alsmede op het Franse eiland in de Caribische Zee.